De belangrijkse 20 Microsoft Excel functietypes op een rij

Financiële functies in Excel worden gebruikt voor het uitvoeren van berekeningen met betrekking tot leningen, investeringen, renteberekeningen, afschrijvingen en andere financiële aspecten. Ze helpen bij het analyseren van financiële scenario's en het maken van beslissingen gebaseerd op financiële data.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt de maandelijkse hypotheekbetaling berekenen voor een lening van €200.000 met een jaarlijkse rente van 3% over 30 jaar.

Formule:
=PMT(3%/12, 30*12, -200000)

Resultaat:
De maandelijkse hypotheekbetaling, bijvoorbeeld €843,21.

Statistische functies worden gebruikt om gegevens te analyseren en statistische berekeningen uit te voeren, zoals gemiddelden, standaarddeviaties, varianties, percentielen en correlaties. Ze zijn essentieel voor data-analyse en het interpreteren van datasets.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Een onderzoeker wil het gemiddelde cijfer berekenen van een groep studenten met cijfers in cellen A1 tot A30.

Formule:
=GEMIDDELDE(A1:A30)

Resultaat:
Het gemiddelde cijfer, bijvoorbeeld 7,5.

Tekstfuncties helpen bij het manipuleren en analyseren van tekstgegevens. Je kunt tekst samenvoegen, splitsen, zoeken, vervangen, omzetten naar hoofdletters of kleine letters, en meer. Ze zijn handig voor het opschonen en formatteren van gegevens.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je hebt voornamen in kolom A en achternamen in kolom B en wilt deze samenvoegen tot een volledige naam in kolom C.

Formule:
=SAMENVOEGEN(A2, " ", B2)

Resultaat:
Een volledige naam, bijvoorbeeld "Jan Jansen".

Logische functies voeren tests uit op basis van voorwaarden en geven resultaten terug afhankelijk van of die voorwaarden waar of onwaar zijn. Ze worden vaak gebruikt voor het maken van beslissingen binnen formules, zoals het toewijzen van waarden of het uitvoeren van berekeningen alleen als aan bepaalde criteria wordt voldaan.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Een manager wil bepalen of een werknemer in aanmerking komt voor een bonus. Als de verkoop in cel D2 groter is dan €10.000, krijgt de werknemer €1.000, anders €500.

Formule:
=ALS(D2>10000, 1000, 500)

Resultaat:
€1.000 of €500 afhankelijk van de verkoop.

Opzoek- en referentiefuncties worden gebruikt om gegevens op te halen uit tabellen of lijsten. Ze helpen bij het zoeken naar specifieke waarden en het retourneren van corresponderende gegevens, wat essentieel is voor gegevensbeheer en rapportage.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je hebt een lijst van producten in kolom A en hun prijzen in kolom B. Je wilt de prijs van een specifiek product, bijvoorbeeld "ProductX", vinden.

Formule:
=VERT.ZOEKEN("ProductX", A1:B100, 2, ONWAAR)

Resultaat:
De prijs van "ProductX", bijvoorbeeld €25.

Datum- en tijdfuncties helpen bij het manipuleren en berekenen van datums en tijden. Je kunt datums samenvoegen, het verschil tussen datums berekenen, specifieke onderdelen van een datum extraheren (zoals dag, maand, jaar), en werken met tijden.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt de laatste dag van de maand berekenen, 2 maanden na 10-jun-2024.

Formule:
=EIND.VAN.MAAND("10-06-2024", 2)

Resultaat:
31-aug-2024.

Matrix- en arrayfuncties werken met meerdere waarden tegelijk en kunnen complexe berekeningen uitvoeren over rijen en kolommen. Ze zijn krachtig voor het verwerken van grote datasets en het uitvoeren van geavanceerde berekeningen zoals matrixvermenigvuldiging, transponeren en unieke waardes extraheren.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je hebt een 2x3 matrix in cellen A1:C2 en een 3x2 matrix in E1:F3. Je wilt de matrixvermenigvuldiging uitvoeren.

Formule:
=MMULT(A1:C2, E1:F3)

Resultaat:
Een 2x2 matrix met het resultaat van de vermenigvuldiging.

Informatie functies leveren gegevens over het type inhoud in cellen of het werkblad zelf. Ze kunnen bepalen of een cel een getal, tekst, logische waarde bevat, of andere kenmerken van de data.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt controleren of de waarde in cel A1 een getal is voordat je er een berekening mee uitvoert.

Formule:
=ISGETAL(A1)

Resultaat:
WAAR of ONWAAR.

Deze categorie omvat diverse nuttige functies die niet specifiek in andere categorieën vallen. Ze variëren van sommen, gemiddelde berekeningen, tot het vermenigvuldigen van getallen en meer.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt de totale omzet berekenen van verkoopcijfers in cellen G1:G50.

Formule:
=SOM(G1:G50)

Resultaat: Totale omzet, bijvoorbeeld €50.000.

Geavanceerde statistische functies worden gebruikt voor diepgaande data-analyse, waaronder regressieanalyse, voorspellingen, en het berekenen van statistische distributies. Ze zijn essentieel voor complexe data-analyse en besluitvorming.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Een bedrijf wil het interne rendement (IRR) berekenen voor een project met de volgende kasstromen: -€50.000, €15.000, €20.000, €25.000, €30.000.

Formule:
=IRR(A1:A5)

(A1 tot A5 bevatten de kasstromen)

Resultaat:
Intern rendement (IRR) van het project, bijvoorbeeld 12%.

Database functies werken met gestructureerde datasets (tabellen) en stellen je in staat om berekeningen uit te voeren op basis van specifieke criteria. Ze zijn handig voor het filteren, optellen, berekenen van gemiddelden en meer binnen databases.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je hebt een database in cellen BD1:BF100 met velden "Product", "Verkoop" en "Regio". Je wilt het gemiddelde van "Verkoop" berekenen waar "Product" gelijk is aan "X".

Formule:
=DAVERAGE(BD1:BF100, "Verkoop", BG1:BG2)

(BG1:BG2 bevatten de criteria: "Product" = "X")

Resultaat:
Gemiddelde verkoop voor product X, bijvoorbeeld €5.000.

Deze functies zijn ontworpen om te werken met webdiensten en het ophalen van externe gegevens binnen Excel. Ze maken het mogelijk om gegevens van het internet te integreren en te verwerken binnen je spreadsheets.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt live wisselkoersen ophalen van een API-URL in cel CF1.

Formule:
=WEBSERVICE(CF1)

Resultaat:
Gegevens opgehaald van de webservice, bijvoorbeeld JSON-gegevens met wisselkoersen.

Arrayfuncties werken met arrays of lijsten van waarden en stellen je in staat om complexe berekeningen uit te voeren door functies toe te passen op meerdere elementen tegelijk. Ze zijn nuttig voor dynamische berekeningen en data manipulatie.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je hebt een lijst van getallen in cellen CI1:CI5 en wilt elk getal vermenigvuldigen met 2.

Formule:
=MAP(CI1:CI5, LAMBDA(x, x*2))

Resultaat:
Een array met vermenigvuldigde waarden, bijvoorbeeld {2, 4, 6, 8, 10}.

Dynamic Arrays laten formules automatisch uitbreiden naar meerdere cellen om alle resultaten van een berekening weer te geven. Ze vereenvoudigen het werken met meerdere resultaten en verminderen de noodzaak voor handmatig kopiëren van formules.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je hebt een matrix in cellen H1:K3 en wilt deze omzetten naar een enkele kolom in cellen L1:L9.

Formule:
=TOCOL(H1:K3, 1, FALSE)

Resultaat:
Een enkele kolom met de gegevens uit de matrix, bijvoorbeeld {H1, I1, J1, K1, H2, I2, J2, K2, H3, I3, J3, K3}.

Deze functies omvatten diverse nuttige tools zoals het maken van hyperlinks, het ophalen van formules als tekst, het werken met draaitabellen en meer. Ze verbeteren de functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid van je spreadsheets.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt een klikbare link maken naar "https://www.example.com" met de tekst "Bezoek Website" in cel P1.

Formule:
=HYPERLINK("https://www.example.com", "Bezoek Website")

Resultaat:
Een klikbare link "Bezoek Website" in cel P1.

Gegevensanalyse functies bieden geavanceerde tools voor het importeren, transformeren en analyseren van gegevens. Ze omvatten Power Query voor data-integratie en -transformatie, en andere functies voor diepgaande data-analyse.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt gegevens importeren uit een CSV-bestand, kolommen filteren en de gegevens transformeren naar een bruikbaar formaat voor analyse.

Actie:
Gebruik de Power Query-editor om het CSV-bestand te importeren, kolommen te selecteren, gegevens te filteren en te transformeren.

Resultaat:
Gegevens zijn geïmporteerd en getransformeerd voor verdere analyse in Excel.

Statistische test functies worden gebruikt voor het uitvoeren van hypothesetests en het berekenen van p-waardes. Ze zijn essentieel voor het valideren van hypotheses en het nemen van geïnformeerde beslissingen op basis van data.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je hebt twee groepen gegevens in cellen BB1:BB10 en BC1:BC10 en wilt de p-waarde van een t-toets berekenen om te zien of er een significant verschil is.

Formule:
=T.TEST(BB1:BB10, BC1:BC10, 2, 3)

Resultaat:
P-waarde van de t-toets, bijvoorbeeld 0,03.

Hoewel Excel geen standaard geografische functies heeft, kunnen geografische gegevens verwerkt worden via Power Query en add-ins. Deze functies helpen bij het analyseren en visualiseren van geografische informatie zoals locaties, coördinaten en kaarten.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt geografische data analyseren, zoals coördinaten van klanten, en visualiseren op een kaart.

Actie:
Gebruik Power Query om geografische gegevens te importeren en te verwerken, en voeg een kaartvisualisatie toe via de ingebouwde kaarten in Excel.

Resultaat:
Geografische gegevens zijn geanalyseerd en weergegeven op een kaart voor beter inzicht.

Excel heeft geen standaardfuncties voor spraak- of taalverwerking. Echter, externe tools en add-ins kunnen geïntegreerd worden voor spraakherkenning of tekst-naar-spraak functionaliteiten. Taalinstellingen kunnen via de Excel-opties worden aangepast.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt gesproken opmerkingen omzetten naar tekst in een Excel-sheet.

Actie:
Gebruik externe spraakherkenningstools zoals Windows Spraakherkenning en importeer de getranscribeerde tekst in Excel.

Resultaat:
Gesproken opmerkingen zijn omgezet naar tekst in de spreadsheet.

Nieuwe en beta functies in Excel 365 bieden geavanceerde mogelijkheden zoals dynamische arrays, aangepaste functies via LAMBDA, en verbeterde data-analyse tools. Ze verbeteren de efficiëntie en flexibiliteit van Excel bij het werken met complexe datasets.

Praktijkvoorbeeld:
Situatie:
Je wilt een aangepaste functie definiëren die een getal kwadrateert.

Formule:
=LAMBDA(x, x^2)(5)

Resultaat:

25.