Matrix- en arrayfuncties in Microsoft Excel

Matrix- en arrayfuncties werken met meerdere waarden tegelijk en kunnen complexe berekeningen uitvoeren over rijen en kolommen.


Ze zijn krachtig voor het verwerken van grote datasets en het uitvoeren van geavanceerde berekeningen zoals matrixvermenigvuldiging, transponeren en unieke waardes extraheren.


  • TRANSPONEREN (TRANSPOSE)
    Uitleg: Draait de rijen en kolommen van een bereik om.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een lijst van namen in A1:A3 en wilt deze horizontaal weergeven in B1:D1.
    Formule: =TRANSPONEREN(A1:A3)
    Resultaat: Namen verspreid over de kolommen.
  • MMULT (MMULT)
    Uitleg: Vermenigvuldigt twee matrixen.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt matrix A (2x3) in A1:C2 en matrix B (3x2) in E1:F3 en wilt hun product berekenen.
    Formule: =MMULT(A1:C2, E1:F3)
    Resultaat: Een 2x2 matrix met het resultaat.
  • MINVERSE (MINVERSE)
    Uitleg: Berekent de inverse van een matrix.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een 2x2 matrix in G1:H2 en wilt de inverse ervan berekenen.
    Formule: =MINVERSE(G1:H2)
    Resultaat: Inverse matrix.
  • MDETERM (MDETERM)
    Uitleg: Berekent de determinant van een matrix.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een 3x3 matrix in I1:K3 en wilt de determinant berekenen.
    Formule: =MDETERM(I1:K3)
    Resultaat: Determinantwaarde van de matrix.
  • FREQUENTIE (FREQUENCY)
    Uitleg: Berekent hoe vaak waarden binnen een opgegeven interval voorkomen in een dataset.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt verkoopcijfers in L1:L100 en wilt weten hoe vaak deze binnen de bereiken in M1:M5 vallen.
    Formule: =FREQUENTIE(L1:L100, M1:M5)
    Resultaat: Frequentieverdeling van de verkoopcijfers.
  • SEQUENCE (SEQUENCE)
    Uitleg: Genereert een lijst van getallen in een sequentiële volgorde.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt een lijst van getallen van 1 tot 10 in cellen N1:N10 genereren.
    Formule: =SEQUENCE(10,1,1,1)
    Resultaat: Getallen 1 tot 10 in een kolom.
  • SORT (SORTEREN)
    Uitleg: Sorteert een bereik of array op basis van één of meer kolommen.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een lijst van scores in O1:O10 en wilt deze in oplopende volgorde sorteren.
    Formule: =SORT(O1:O10, 1, WAAR)
    Resultaat: Gesorteerde lijst van scores.
  • FILTER (FILTER)
    Uitleg: Filtert een bereik of array op basis van opgegeven criteria.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt verkoopcijfers in P1:P100 en wilt alleen de waarden groter dan 500 weergeven.
    Formule: =FILTER(P1:P100, P1:P100>500, "Geen resultaten")
    Resultaat: Gefilterde lijst met waarden >500 of "Geen resultaten".
  • UNIEK (UNIQUE)
    Uitleg: Haalt unieke waarden uit een bereik of array.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een lijst van klanten in Q1:Q200 en wilt een lijst van unieke klanten genereren.
    Formule: =UNIEK(Q1:Q200)
    Resultaat: Lijst met unieke klantnamen.
  • SORTEREN.OP (SORTBY)
    Uitleg: Sorteert een bereik of array op basis van de waarden in een andere bereik of array.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een tabel in R1:S10 met producten en hun prijzen en wilt de producten sorteren op basis van prijs in aflopende volgorde.
    Formule: =SORTBY(R1:S10, S1:S10, -1)
    Resultaat: Gesorteerde tabel op prijs, van hoog naar laag.
  • RANDARRAY (RANDARRAY)
    Uitleg: Genereert een array van willekeurige getallen.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt een 3x2 matrix van willekeurige getallen tussen 0 en 1 genereren in T1:U3.
    Formule: =RANDARRAY(3, 2)
    Resultaat: Matrix met willekeurige getallen.
  • LET (LET)
    Uitleg: Maakt het mogelijk om namen te definiëren binnen een formule voor betere leesbaarheid en prestaties.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt een berekening maken waarbij je herhaaldelijk dezelfde waarde gebruikt. Bijvoorbeeld, a = 5 en b = 10, en je wilt a + b berekenen.
    Formule: =LET(a, 5, b, 10, a + b)
    Resultaat: 15.
  • LAMBDA (LAMBDA)
    Uitleg: Maakt het mogelijk om aangepaste functies te definiëren met behulp van Excel-formules.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt een functie definiëren die een getal kwadrateert.
    Formule: =LAMBDA(x, x^2)(5)
    Resultaat: 25.





Over spreadsheets.nl

Privacy beleid

Contact: webmaster@spreadsheets.nl