Datum- en tijdfuncties in Microsoft Excel

Datum- en tijdfuncties helpen bij het manipuleren en berekenen van datums en tijden.


Je kunt datums samenvoegen, het verschil tussen datums berekenen, specifieke onderdelen van een datum extraheren (zoals dag, maand, jaar), en werken met tijden.


  • VANDAAG (TODAY)
    Uitleg: Retourneert de huidige datum.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt automatisch de huidige datum weergeven in cel T1.
    Formule: =VANDAAG()
    Resultaat: Huidige datum, bijvoorbeeld "24-04-2024".
  • NU (NOW)
    Uitleg: Retourneert de huidige datum en tijd.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt de huidige datum en tijd weergeven in cel U1 voor een tijdstempel.
    Formule: =NU()
    Resultaat: Huidige datum en tijd, bijvoorbeeld "24-04-2024 14:30".
  • DATUM (DATE)
    Uitleg: Combineert jaar, maand en dag in een datum.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt een datum maken uit afzonderlijke jaar, maand en dag waarden in V1, W1 en X1.
    Formule: =DATUM(V1, W1, X1)
    Resultaat: Samengevoegde datum, bijvoorbeeld "15-08-2024".
  • DATUMWAARDE (DATEVALUE)
    Uitleg: Converteert een datum in tekstformaat naar een serienummer dat Excel herkent als een datum.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een tekstdatum in Y1 zoals "31-12-2024" en wilt deze omzetten naar een datumnummer voor berekeningen.
    Formule: =DATUMWAARDE("31-12-2024")
    Resultaat: Seriële datumnummer voor 31-12-2024.
  • DAG (DAY)
    Uitleg: Haalt de dag van de maand uit een datum.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt de dag uit de datum in Z1, bijvoorbeeld "15-08-2024".
    Formule: =DAG(Z1)
    Resultaat: 15.
  • MAAND (MONTH)
    Uitleg: Haalt de maand uit een datum.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt de maand uit de datum in AA1, bijvoorbeeld "15-08-2024".
    Formule: =MAAND(AA1)
    Resultaat: 8.
  • JAAR (YEAR)
    Uitleg: Haalt het jaar uit een datum.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt het jaar uit de datum in AB1, bijvoorbeeld "15-08-2024".
    Formule: =JAAR(AB1)
    Resultaat: 2024.
  • UUR (HOUR)
    Uitleg: Haalt het uur uit een tijdwaarde.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een tijd in AC1 zoals "14:30:00" en wilt het uur extraheren.
    Formule: =HOUR(AC1)
    Resultaat: 14.
  • MINUUT (MINUTE)
    Uitleg: Haalt de minuten uit een tijdwaarde.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een tijd in AD1 zoals "14:30:00" en wilt de minuten extraheren.
    Formule: =MINUTE(AD1)
    Resultaat: 30.
  • SECONDE (SECOND)
    Uitleg: Haalt de seconden uit een tijdwaarde.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een tijd in AE1 zoals "14:30:45" en wilt de seconden extraheren.
    Formule: =SECOND(AE1)
    Resultaat: 45.
  • WEEKDAG (WEEKDAY)
    Uitleg: Berekent de dag van de week voor een datum.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt weten op welke dag van de week de datum in AF1 valt, waarbij 1 = zondag en 7 = zaterdag.
    Formule: =WEEKDAG(AF1, 1)
    Resultaat: Getal tussen 1 en 7, bijvoorbeeld 3 voor dinsdag.
  • WEEKNUM (WEEKNUM)
    Uitleg: Berekent het weeknummer van een datum binnen een jaar.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt het weeknummer van de datum in AG1, bijvoorbeeld "15-08-2024".
    Formule: =WEEKNUM(AG1, 2)
    Resultaat: Weeknummer, bijvoorbeeld 33.
  • WERKDAGEN (WORKDAY)
    Uitleg: Berekent een datum die een bepaald aantal werkdagen verwijderd is van een startdatum.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt de datum berekenen die 10 werkdagen na vandaag ligt.
    Formule: =WERKDAGEN(VANDAAG(), 10)
    Resultaat: Datum over 10 werkdagen.
  • NETWORKDAYS (NETTO.WERKDAGEN)
    Uitleg: Berekent het aantal werkdagen tussen twee datums, exclusief weekends en opgegeven feestdagen.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt weten hoeveel werkdagen er zijn tussen 1-jan-2024 en 31-jan-2024, exclusief feestdagen in AH1:AH5.
    Formule: =NETTO.WERKDAGEN("01-01-2024", "31-01-2024", AH1:AH5)
    Resultaat: Aantal werkdagen.
  • EDATE (EDATE)
    Uitleg: Retourneert een datum die een opgegeven aantal maanden voor of na een startdatum ligt.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt de datum 6 maanden na 15-mei-2024 berekenen.
    Formule: =EDATE("15-05-2024", 6)
    Resultaat: 15-nov-2024.
  • EOMONTH (EIND.VAN.MAAND)
    Uitleg: Retourneert de laatste dag van de maand, een bepaald aantal maanden voor of na een startdatum.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt de laatste dag van de maand, 2 maanden na 10-jun-2024 berekenen.
    Formule: =EIND.VAN.MAAND("10-06-2024", 2)
    Resultaat: 31-aug-2024.
  • DATEDIF (DATEDIF)
    Uitleg: Berekent het verschil tussen twee datums in dagen, maanden of jaren.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt het aantal volledige jaren berekenen tussen 1-jan-2010 en vandaag.
    Formule: =DATEDIF("01-01-2010", VANDAAG(), "Y")
    Resultaat: Aantal volledige jaren.
  • TIJD (TIME)
    Uitleg: Combineert uren, minuten en seconden in een tijdwaarde.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt een tijdwaarde maken van 14 uur, 30 minuten en 45 seconden.
    Formule: =TIJD(14, 30, 45)
    Resultaat: 14:30:45.
  • TIJDWAARDE (TIMEVALUE)
    Uitleg: Converteert een tijd in tekstformaat naar een seriële tijdwaarde.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je hebt een teksttijd in AH1 zoals "16:45" en wilt deze omzetten naar een tijdwaarde.
    Formule: =TIJDWAARDE("16:45")
    Resultaat: Tijdwaarde 16:45.
  • TEKST (TEXT)
    Uitleg: Formatteert een datum of tijd als tekst volgens een opgegeven formaat.
    Praktijkvoorbeeld:
    Situatie: Je wilt de datum in AI1 als "dd-mm-jjjj" weergeven in AJ1.
    Formule: =TEKST(AI1, "dd-mm-jjjj")
    Resultaat: Geformatteerde datum als tekst, bijvoorbeeld "15-08-2024".



Over spreadsheets.nl

Privacy beleid

Contact: webmaster@spreadsheets.nl