Geavanceerde statistische analyse functies in Microsoft Excel
Geavanceerde statistische functies worden gebruikt voor diepgaande data-analyse, waaronder regressieanalyse, voorspellingen, en het berekenen van statistische distributies.
Ze zijn essentieel voor complexe data-analyse en besluitvorming.
FORECAST.ETS (FORECAST.ETS) Uitleg: Voorspelt een waarde op basis van een Exponentieel Glijdende Gemiddelde Tijdreeks. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je wilt de toekomstige verkoop voorspellen voor de maand 13 op basis van de verkoopgegevens van de afgelopen 12 maanden in AF1:AF12 en tijdreeksen in AG1:AG12. Formule: =FORECAST.ETS(AF13, AF1:AF12, AG1:AG12) Resultaat: Voorspelde verkoopwaarde voor maand 13.
FORECAST.LINEAR (FORECAST.LINEAR) Uitleg: Voorspelt een waarde op basis van lineaire regressie. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je wilt de verkoop in AH13 voorspellen op basis van lineaire regressie van AH1:AH12. Formule: =FORECAST.LINEAR(AH13, AH1:AH12, AI1:AI12) (AI1:AI12 bevatten de bekende x-waarden, bijvoorbeeld maanden) Resultaat: Voorspelde verkoop voor AH13.
TREND (TREND) Uitleg: Berekent een lineaire trendlijn en retourneert de bijbehorende waarden. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je hebt verkoopgegevens in AJ1:AJ10 en bijbehorende maanden in AK1:AK10. Je wilt de trendvoorspellingen voor AL1:AL10 berekenen. Formule: =TREND(AJ1:AJ10, AK1:AK10, AL1:AL10) Resultaat: Trendvoorspellingen voor de opgegeven periodes.
GROWTH (GROWTH) Uitleg: Berekent de exponentiële groei van een dataset. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je hebt omzetgegevens in AM1:AM10 en tijdsperiodes in AN1:AN10. Je wilt de exponentiële groeivoorspelling berekenen voor AO1:AO10. Formule: =GROWTH(AM1:AM10, AN1:AN10, AO1:AO10) Resultaat: Exponentiële groeivoorspellingen.
LINEST (LINEST) Uitleg: Berekent statistische gegevens over een lineaire regressielijn. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je hebt afzetgegevens in AP1:AP10 en advertentie-uitgaven in AQ1:AQ10. Je wilt de regressiecoëfficiënten berekenen. Formule: =LINEST(AP1:AP10, AQ1:AQ10, WAAR, WAAR) Resultaat: Regressiecoëfficiënten en statistieken zoals R².
LOGEST (LOGEST) Uitleg: Berekent statistische gegevens over een exponentiële regressielijn. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je hebt exponentiële groeigegevens in AR1:AR10 en tijdsperiodes in AS1:AS10. Je wilt de exponentiële regressiecoëfficiënten berekenen. Formule: =LOGEST(AR1:AR10, AS1:AS10, WAAR, WAAR) Resultaat: Exponentiële regressiecoëfficiënten en statistieken.
GAMMA (GAMMA) Uitleg: Retourneert de gammafunctie van een getal. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je wilt de gammafunctie van 5 berekenen in AT1. Formule: =GAMMA(5) Resultaat: Gammawaarde, bijvoorbeeld 24.
BETA.DISTRIB (BETA.DIST) Uitleg: Berekent de beta distributie van een getal. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je wilt de beta distributiewaarde van 0,5 met alpha=2 en beta=3 in AU1. Formule: =BETA.DIST(0.5, 2, 3, WAAR) Resultaat: Beta distributiewaarde.
BINOM.DISTRIB (BINOM.DIST) Uitleg: Berekent de binomiale distributie van een aantal successen. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je wilt de kans berekenen op 3 successen in 10 pogingen met een succesprobabiliteit van 0,5 in AV1. Formule: =BINOM.DIST(3, 10, 0.5, WAAR) Resultaat: Binomiale distributiewaarde.
POISSON.DISTRIB (POISSON.DIST) Uitleg: Berekent de Poisson-distributie van een getal. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je wilt de Poisson-distributiewaarde berekenen voor 4 gebeurtenissen met een gemiddelde van 3 in AW1. Formule: =POISSON.DIST(4, 3, WAAR) Resultaat: Poisson-distributiewaarde.
NORM.DIST (NORM.DIST) Uitleg: Berekent de normale distributie voor een gegeven waarde. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je wilt de normale distributiewaarde van 1,96 met een gemiddelde van 0 en standaarddeviatie van 1 in AX1. Formule: =NORM.DIST(1.96, 0, 1, WAAR) Resultaat: Normale distributiewaarde.
NORM.S.DIST (NORM.S.DIST) Uitleg: Berekent de standaard normale distributie voor een gegeven waarde. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je wilt de standaard normale distributiewaarde van 1,96 in AY1 berekenen. Formule: =NORM.S.DIST(1.96, WAAR) Resultaat: Standaard normale distributiewaarde.
CHI.TEST (CHI.TEST) Uitleg: Berekent de p-waarde van de chi-kwadraat statistiek. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je hebt observaties in AZ1:AZ10 en verwachte waarden in BA1:BA10 en wilt de p-waarde van een chi-kwadraat test berekenen. Formule: =CHI.TEST(AZ1:AZ10, BA1:BA10) Resultaat: P-waarde van de chi-kwadraat test.
T.TEST (T.TEST) Uitleg: Berekent de p-waarde voor een t-toets. Praktijkvoorbeeld: Situatie: Je hebt twee groepen gegevens in BB1:BB10 en BC1:BC10 en wilt de p-waarde van een t-toets berekenen om te zien of er een significant verschil is. Formule: =T.TEST(BB1:BB10, BC1:BC10, 2, 3) Resultaat: P-waarde van de t-toets.